De aller­leukste loeder­moeder
fotografie ©
Sanne Peper

De aller­leukste loeder­moeder

Kiek Berger
Kiek Berger

19

Sep

21

999

min. leestijd
De in Haarlem geboren en getogen actrice Malou Gorter heeft transformeren, de basis voor goed acteren, tot grote hoogte gedreven. Want wie wel eens een aflevering van Oogappels met haar alter ego Merel Larooi heeft gezien, kan na het leren kennen van Malou waar­schijnlijk alleen maar oprecht verbaasd zijn. Ze is enorm leuk!

Een totaal ander mens

‘Ik word regelmatig aange­sproken door mensen die Oogappels kijken en mijn karakter met dat van Merel verwarren. Het gebeurt niet idioot veel hoor, gelukkig. Ik woon inmiddels alweer een tijd in Amsterdam en daar doen mensen toch wel vaak het liefst of ze je niet kennen. Ik schrik er best van als mensen zeggen dat ze vinden dat ik een kutwijf speel. Ik probeer Merel namelijk echt gelaagdheid mee te geven en ik vind het jammer als mensen haar alleen maar vreselijk vinden. Want waar acteren voor mij om draait is het zo goed mogelijk transfor­meren naar een andere persoonlijkheid. Merel heeft natuurlijk wel trekjes van mij, daar kun je niet omheen. Iedereen herkent wel iets uit zijn eigen leven in zijn of haar rol. De serie wordt geschreven door mijn goede vriendin Roos Ouwehand. Ik had haar bijvoorbeeld ooit eens verteld over een dramatische breuk met een jeugd­vriendje, en dat ik toen heel zielig had geroepen: “ik heb zo’n pijn!”. In het laatste seizoen van Oogappels kwam die zin, toen Merel laveloos bij haar schoonvader op de bank lag, terug, nadat Roos uiteraard gevraagd had of ze hem mocht gebruiken.

Wát een magie, wat een gevoel, wat betoverend, dit is wat ik ook wil kunnen!

Het is een heerlijke serie om in te spelen, er worden veel sociaal-maatschap­pelijke issues aan de kaak gesteld. Discriminatie, vrouwen­rechten, gender­gelijkheid, drugs­gebruik…ik denk dat dat heel belangrijk is om te laten zien, die gemeleerdheid in de samen­leving. Ik denk dat de serie zo populair is omdat bijna iedereen zich er wel in herkent. Tot voor kort keek ik er elke week met mijn twee eigen pubers naar. Mijn zoon van 17 haakt nu wat vaker af, maar mijn 14-jarige dochter kijkt nog graag mee. Wat ik heel mooi vind is dat ze allebei Merel verschrikkelijk vinden, maar ook zielig. Mijn zoon ziet bijvoorbeeld heel goed dat ze het gewoon niet kán, dat ze nooit heeft geleerd hoe ze zich moet inleven. Met mijn dochter discussieer ik wel eens over scènes -uh, mam, blóót- en dan komen we erachter dat ik de pubers verdedig, en zij de moeder, haha.’

De liefde begon in de Toneelschuur

‘Mijn liefde voor acteren begon in de Haarlemse Toneelschuur, die toentertijd nog in de Smedesstraat gevestigd was. Mijn ouders werkten daar, ze waren zelfs betrokken bij de oprichting, en mijn broer en ik mochten al jong mee naar voorstellingen. Op een dag, ik denk dat ik een jaar of 10 was, raakte een voor­stelling van Hauser Orkater me in mijn hart. “Wát een magie, wat een gevoel, wat betoverend, dit is wat ik ook wil kunnen!”, realiseerde ik me meteen. En dat gevoel is nooit meer weggegaan, ik moest en zou spelen. Doodsbang deed ik op mijn 18e, na het behalen van mijn Havo­diploma op het Triniteitslyceum, auditie voor de Toneelschool. En werd afgewezen. Gedesillusioneerd schreef ik me in voor de opleiding docent drama aan Academie voor Expressie in Utrecht. Maar het bleef te veel kriebelen en trekken en op mijn 20e waagde ik het opnieuw. Nu lukte het wel en mijn diepe liefde voor het vak is in al die jaren alleen maar groter geworden. Ik heb prachtige rollen in het theater mogen spelen en ook op televisie echt hele mooie dingen mogen doen. Op televisie begon ik bij Klokhuis, daar moest ik mezelf echt in mijn arm knijpen in het begin. Mocht ik met mijn jeugdidolen Joost Prinsen, Aart Staartjes en Wieteke van Dort spelen. Daarna ging het echt lopen en kwam ik via onder meer de rol van Annie M.G. Schmidt in de huidige populaire series als Mocro Maffia en Oogappels terecht. Ik vind het nog elke dag een feestje om dit werk te mogen doen. Het is voor mij het allermooiste vak om uit te oefenen.’

Hooggeëerd publiek: het is een vak!

‘Want als er iets is wat ik heel graag wil benadrukken, is dat acteren een vák is. Waar je voor geschoold bent, en dat je daardoor dingen kunt. Dat het veel meer en echt iets anders is dan “beroemd worden”, je kunt personages tot leven brengen. Waarbij je voorbij je eigen schaduw moet kunnen stappen, dat vraagt soms best veel.

Na de neoliberale kaalslag van de culturele sector in 2010 zo ongeveer, is het met de belangen van de mensen die in de sector werken eigenlijk behoorlijk berg­afwaarts gegaan. Steeds werden er weer stukjes zekerheid afgesnoept. Vaste contracten worden bijna niet meer gegeven, gezelschappen en ensembles werden opgeheven en freelancen werd de norm. Daar werd door de creatie­veling niet of nauwelijks actie op ondernomen. Logisch hoor, want liever werken voor minder dan helemaal niet, dat begrijp ik best. Maar jammer is het wel.

Daarom ben ik bestuurslid van de belangen­vereniging voor acteurs, ACT. Om samen sterker te staan. Even ter illustratie van de waarde; van de 1200 leden hebben er momenteel maar 45 een vast contract. De huidige pandemie heeft er, naast een woud aan opleidingen en cursussen, voor gezorgd dat het aanbod van acteurs vele malen groter is dan de vraag. Waardoor de macht van de producenten en casting­bureaus onevenredig groot wordt en men voor een dubbeltje op de eerste rang wil zitten. De beloning die al zo onder druk stond, wordt nog lager, de beroepsgroep wordt behoorlijk uitgeknepen. Dat is één van de speer­punten van ACT, naast bijvoorbeeld inclusiviteit. Ik bedoel, het mag toch allemaal wel wat gevarieerder? Wat gekleurder, wat meer dik en dun, klein en groot, oud en jong? Nu worden er vaak “veilige” keuzes gemaakt door casting­directors en producenten. Door snelle auditering en besluit­vorming krijgt iemand vaak helemaal niet de gelegenheid de verschillende lagen aan te boren. Er worden bij een casting voor heterorollen bijvoorbeeld nauwelijks homo­seksuele acteurs worden gevraagd om te casten. Hoe zonde is dat, dat je je niet meer wilt of kunt laten verrassen?’

Heerlijk Haarlem

‘Het is altijd heerlijk om in Haarlem te zijn. Mijn broer en veel vriendinnen wonen er, dus ik kom er nog geregeld. Winkelen met mijn dochter is er ook altijd heel fijn en overzichtelijk. Tot in den treure wijs ik dan de hotspots uit mijn jeugd aan, haha, waar zij dan weer heel moe van wordt. En spelen in de Toneelschuur, ik denk het mooiste theater van Nederland, is ook altijd een feestje, ik mag er in het voorjaar van 2023 in een productie van Steef de Jong staan. Daar verheug ik me enorm op. Ik neem me ook altijd voor om vaker naar het strand te gaan, dat is zo fijn. Het roept altijd warme herinneringen van fiets­tochtjes naar het Spartelmeer in me op.

De toekomst in met de verschrikkelijke jaren ‘80

‘Naast het stuk van Steef de Jong in 2023 hoop ik op nog meer rollen in mooie theater­stukken, het liefst van jonge producenten en schrijvers. Zodat er wat frisheid komt. In ieder geval speel ik aankomend seizoen in Happy Hour van Mug met de Gouden Tand (ook in de Toneelschuur!) en in de productie Leedvermaak van het Nationale Theater, heerlijk om te kunnen doen. Op televisie mag ik in een hele gave serie bij de VPRO spelen: “De verschrikkelijke jaren ‘80”, naar het te gekke boek van Tim Kamps. Het script is geschreven door Kim van Kooten en de regie doet Tim zelf. Ontzettend leuk! In deze serie heb ik een tragikomische rol en laat ik dus een hele andere, veel zachtere kant, van mezelf zien. Een beetje een moederlijke rol, geen harde vrouw zoals Merel. Voor het publiek vast weer even wennen, maar voor mij weer een mooie uitdaging!’

No items found.
Dit artikel is te lezen in
14
Vorig artikel
volgend artikel

VRIENDEN VAN LEVEN! MAGAZINE

Sterrenheuvel
WordPress naar Webflow
Pronto
supercharge.studio
Bistrobar Indonesia
Avila Reizen